Kruipende Insecten
Kruipende insecten geven een onhygiënisch gevoel en kunnen voedselverontreiniging veroorzaken.
Vlooien
Vlooien
Heeft u een hond of kat in huis dan heeft u er vast wel eens mee te maken gehad, vlooien. Kleine parasieten die jeuk en irritatie veroorzaken door hun beten. Niet alleen honden en katten hebben last van vlooien ook andere harige dieren zoals cavia’s, konijnen en varkens kunnen last hebben van vlooien. Vlooien worden ook vaak aangetroffen na een verhuizing naar een huis waar voorheen ook huisdieren werden gehouden. Zelf vlooien bestrijden is vaak nog niet zo handig. ZUNGO Pest Control helpt u graag bij de preventie en bestrijding van vlooien in uw huis.
Herken vlooien in huis
Het herkennen van vlooien in uw huis is vaak nog niet zo handig. Vlooien zijn met het blote oog bijna niet te zien en heeft u een hond of een kat dan zult u zelf vaak weinig merken van de vlooien aangezien vlooien niet van mensen bloed houden. Wanneer uw hond of kat zich voortdurend aan krabben is of in zijn vacht bijt dan heeft hij waarschijnlijk last van vlooien. U kunt vlooien bij uw huisdier het beste herkennen door ze te kammen met een speciale vlooienkam. Twijfelt u of u in uw huis last heeft van een vlooienplaag? Neem dan gerust contact op met ZUNGO. Onze ervaren ongediertebestrijders geven u graag advies.
Voorkom vlooien in plaats van vlooien bestrijden
Natuurlijk heeft u in uw huis liever geen vlooien. Helaas zijn vlooien bij honden en katten in huis bijna niet te voorkomen. Wel kunt u enkele preventiemaatregelen treffen om vlooien in uw huis te voorkomen:
- Stofzuigen
Dagelijks zorgvuldig stofzuigen, zeker vlak voor de vakantie, helpt om een vlooienplaag te voorkomen. Vergeet na het stofzuigen niet de stofzuigerzak te vervangen. - Uitkloppen
Klop matten, kussens en tapijten buiten uit, hierdoor vallen de eitjes van vlooien buiten van de mat, het kussen of het tapijt af. - Wassen
Was indien mogelijk kussens, dekens en knuffels van uw huisdier regelmatig op een temperatuur van boven de 50 graden. - Controle
Controleer uw huisdieren regelmatig op de aanwezigheid van vlooien met een speciale vlooienkam.
Na deze preventiemaatregelen toch nog last van vlooien? Doordat vlooien vaak leven in naden en kieren van vloeren, tegels, meubels en tapijten én doordat de eitjes van vlooien wel tot twee jaar kunnen blijven leven is vlooien bestrijden erg lastig. Heeft u last van vlooien in huis? Neem dan contact op met ZUNGO. Onze gecertificeerde ongediertebestrijders geven graag advies bij het bestrijden van vlooien.
Pissebedden
Pissebedden
Pissebedden ziet men overal. Zowel buiten als binnen kunnen deze diertjes voorkomen. Buitenshuis vindt u ze bijvoorbeeld onder stenen, schors van bomen, bladeren en in vermolmd hout. Binnenshuis komen ze alleen op vochtige plaatsen voor. Pissebedden zijn vrij platte, ovaalvormige beestjes die 12 tot 18 millimeter lang zijn. Ze hebben vier antennes: twee korte aan de binnenkant en twee grote aan de buitenkant.
In Nederland komen verschillende soorten voor. Deze verschillen in kleur. De ene soort is geelachtig van kleur en heeft zwarte vlekken, terwijl een andere paarsbruin is met een blauwgrijze gloed. Ook is er een die lichtgrijs is met onregelmatige lichte vlekken en weer een ander is juist donkergrijs gekleurd.
Leefwijze
De wijfjes van de pissebedden dragen eieren met zich mee in een broedruimte die aan de onderkant van het lichaam gelegen is. De jongen verlaten deze ruimte als ze uit de eitjes komen. Ongeveer 4 weken na het verlaten van de broedruimte, vindt de eerste vervelling plaats. Daarna kunnen de larven nog tienmaal vervellen. Pissebedden kunnen 2 jaar oud worden. Ze voeden zich met dood, meestal rottend, plantenmateriaal en soms ook met dierlijke resten en uitwerpselen.
Pissebedden hebben een voorkeur voor vochtige omgevingen. Daarom komt u ze in tuinen tegen, maar bijvoorbeeld ook in gebouwen waar de luchtvochtigheid en temperatuur hoog zijn en waar plantaardig materiaal te vinden is. Pissebedden verwerken dit materiaal en dragen hierdoor bij aan de vorming van vruchtbare grond, ook wel humus genoemd.
Schade
Pissebedden brengen in principe weinig tot geen schade toe. Alleen als zij in grote aantallen in groentetuinen, tuinderijen of kassen terechtkomen, kunnen zij vraatschade aan planten aanrichten. Voor zover bekend vormen zij geen gevaar voor de gezondheid van mens en dier.
Weren en bestrijding
Pissebedden kunnen op vele manieren een huis binnen komen. De beste manier om te voorkomen dat ze het huis binnendringen, is door spleten en kieren in de buitenmuur met kit af te dichten. Ook kunt u ventilatieopeningen afsluiten met een rooster of gaas dat daarvoor geschikt is en goed sluitende horren voor ramen en deuren te plaatsen. Vochtige plaatsen in het huis moeten vermeden worden. Als deze er toch zijn, moeten ze voldoende worden geventileerd of verwarmd.
Papier-, oven- en zilvervisjes
Papier-, oven-, en zilvervisjes
De stijgende temperaturen en slechte ventilatie van nieuwbouwwoningen vormen de voornaamste oorzaken van de toenemende aanwezigheid van het papier-, oven- en zilvervisje. Het papiervisje, het ovenvisje en het zilvervisje behoren alle drie tot de familie franjestaarten, maar dat is ook de enige overeenkomst. Het oven- en zilvervisje zijn relatief onschuldig van karakter, maar bij het papiervisje is dat een ander verhaal.
Papiervisjes
Het papiervisje is circa 15 millimeter lang en bedekt met fijne schubben. Hij heeft 2 lange antennen aan de kop en 3 lange aanhangsels aan het achterlijf. Het papiervisje is grijsachtig van kleur en heeft duidelijke spikkels op de rug. Het papiervisje gedijt het beste bij een temperatuur van 24 graden. Het beestje kan afhankelijk van de temperatuur en luchtvochtigheid 7 tot 8 jaar oud worden. Het is dan ook vooral te vinden op warme, droge plaatsen, bijvoorbeeld in de boekenkast of achter de (ketels van de) centrale verwarming. Omdat het zich voedt met cellulose, een stof die vooral in papier voorkomt, is het papiervisje de nachtmerrie van menig bibliotheek en archief. Het papiervisje doet zich veelal te goed aan historische, vaak kostbare boeken die niet dagelijks uit de boekenkast worden gehaald. Vaak gaat er dan een relatief lange periode overheen, voordat de aanwezigheid van het papiervisje opgemerkt wordt. Ongemerkt laat het beestje zo een spoor van vernieling achter.
Wering
Om de papiervisjes zoveel mogelijk te kunnen vermijden, moet u rekening houden met enkele aandachtspunten. Zo is het verstandig om de temperaturen zo laag mogelijk te houden en binnenkomende producten en materialen, waaronder vooral boeken, op papiervisjes te controleren. Daarbij is het aan te raden naden en kieren te dichten en zorg te dragen voor de algemene hygiëne.
Ovenvisjes en zilvervisje
Ovenvisjes en zilvervisjes zijn verschillende dieren uit dezelfde familie. Ze zijn beide ongeveer 7 tot 12 millimeter lang en hebben een langgerekt lichaam. De diertjes hebben lange, draadvormige aanhangsels aan het achterlijf. Toch is er een duidelijk onderscheid wat betreft de leefomstandigheden tussen de ovenvisjes en de zilvervisjes.
Ovenvisjes bevinden zich voornamelijk op warme, niet te droge plaatsen met voldoende voedsel, zoals in bakkerijen en restaurants. Ook zijn ze vaak in de buurt van water- of hetelucht leidingen. Eieren van ovenvisjes worden meestal in scheuren en kieren in groepjes afgezet. Ovenvisjes kunnen ongeveer 2 tot 3 jaar in leven blijven. Het beestje kan veel schade aanrichten. Zo doet het zich tegoed aan levensmiddelen, maar ook aan natuurlijk synthetische weefsels en boeken. Hierbij verspreidt het tegelijkertijd bacteriën.
Zilvervisjes komen vooral voor op vochtige, warme en donkere plaatsen binnenshuis, bij voorbeeld bij water- en afvoerleidingen, in aanrechtkastjes, in de badkamer, maar ook achter plinten of onder de vloerbedekking. Ze eten onder andere behangstijfsel en vochtig behangpapier. De levensduur van het zilvervisje is 2 tot 3 jaar. Het beestje richt van de drie soorten de minste schade aan. Ze kunnen echter wel hinderlijk zijn als zie in grote aantallen voorkomen.
Papier- en ovenvisjes blijven buiten de deur wanneer u de woning structureel goed ventileert en de temperatuur in huis onder de 22 graden houdt. Bij overlast van zilvervisjes moet het vochtgehalte in de ruimte worden verlaagd. Dit kan door de ruimte droog te stoken en voldoende te ventileren.
Mieren
Mieren
U kent het ongetwijfeld dat u ’s morgens de keuken binnen loopt en u een lange colonne mieren ziet lopen, die ergens vanachter een plint of door de kier van een raam haar weg naar etensresten gevonden heeft. Meestal hebben ze zoetigheid ontdekt op het aanrecht, in een keukenkast of misschien zelfs in een afvalemmer die niet goed afgesloten is.
Tuinmieren komen in heel Nederland voor. Hun nesten vindt u in zandgrond en onder straattegels, ook onder onder bijvoorbeeld omgekeerde bloempotten. Een enkele keer komt zo’n nest ook binnenshuis voor. Sommige soorten nestelen ook in oud, rottend hout.
In de wintermaanden houdt de kolonie zich meestal tamelijk rustig. Als het voorjaar begint, zie je weer verschijnen. Ze zijn altijd op zoek naar voedsel en eten het liefst suikerhoudende producten. Buiten verzamelen ze honingdauw. Dit is een afscheidingsproduct van bladluizen. Soms eten ze ook kleine insecten. Binnen zoeken ze graag in afvalemmers en speuren ze naar zoete voedingsmiddelen.
Mieren kennen rangen en standen en leven dus in een soort staat. De koninginnen leggen de eieren en zijn meestal gevleugeld. De werksters zijn de onvruchtbare vrouwtjes. Zij bouwen het nest uit, beschermen het en zorgen voor de larven. Vooral de vrouwtjes zijn op zoek naar voedsel en gaan tot ver in onze huizen. Mannetjes zijn meestal slechts een bepaalde tijd in het jaar aanwezig. Zij hebben ook vleugels. Ze bevruchten koninginnen en sterven vervolgens.
Nut van mieren
Mieren verdelgen allerlei schadelijke insecten en zijn dan ook nuttig in bijvoorbeeld parken, tuinen en bossen. Zij hebben een belangrijke en onmisbare functie als opruimer van de natuur. Het opruimen van mierennesten op deze plaatsen is niet wenselijk en brengt over het algemeen ongewenste schade met zich mee, omdat de natuur daarmee onnodig wordt verstoord.
Schade
Hoewel mieren een nuttige functie hebben, kunnen ze toch schade veroorzaken. Voorbeelden van schade zijn:
- Door de gangen en kamers die de mieren maken voor hun mierennest onder het terras, kan het terras op den duur verzakken.
- Mieren kunnen bacteriën overbrengen op voedingsmiddelen.
- Het kan voorkomen dat oogsten van bedrijven mislukken, omdat mieren bladluis met zich meenemen. Bladluis is erg schadelijk voor planten, groenten en fruit.
Wering
Er zijn diverse tips om te voorkomen dat mieren overlast veroorzaken:
• Veeg straatwerk in met hoveniersmortel (in diverse kleuren verkrijgbaar). Dit is een middel dat mieren en tevens onkruid voorkomt.
• Verwijder oude boomstronken, ander rottend hout en op de grond liggende bladeren. Stapel geen hout in de nabijheid van je huis en snoei de takken van bomen en struiken die te dicht bij je woning hangen.
• Dicht gaten en kieren van uw woning met een daarvoor geschikt materiaal, zodat mieren niet naar binnen kunnen. Denk hierbij aan ramen, deursponningen en stootvoegen.
• Bewaar levensmiddelen in afgesloten potten of bakken.
• Laat geen vuile vaat staan, ruim voedselresten op en sluit afvalemmers goed af.
Enkele rondlopende mieren doen geen kwaad, veroorzaken ook geen schade en kunnen worden verwijderd met behulp van de stofzuiger. Mocht u geregeld mieren zien lopen, dan zijn ze eventueel te bestrijden met de zogenaamde mierenlokdoosjes.
Hoe kom je van mieren af?
Mieren zijn nuttige dieren, dus als u er geen last van heeft laat ze dan vooral zitten. Heeft u toch overlast dan kunt u de volgende dingen proberen.
- Giet wat afwasmiddel of groene zeep op het geurspoor (wandelroute) van de mieren. Eventueel een beetje schrobben.
- U kunt ook proberen het nest te verplaatsen. Dit zou u kunnen doormiddel van het ondersteboven plaatsen van een met aarde gevulde bloemplot op het nest. Het kan ongeveer 2 weken duren, maar dan is het nest verhuisd naar hun nieuwe onderkomen. U kunt zo het hele nest verhuizen naar een plek waar u er geen last van heeft.
- Een minder diervriendelijke manier is het plaatsen van een lokdoosje.
De Faraomier
Eén van de bijzondere miersoorten die in Nederland voorkomt, is de faraomier. Deze miersoort komt door heel Nederland voor. De nesten bevinden zich uitsluitend binnenshuis. De faraomier is oorspronkelijk afkomstig uit een tropische omgeving. Door de toename van het handelsverkeer en de aanleg van centrale verwarming heeft de mier zich ook in Nederland kunnen vestigen.
De voortplanting wordt verzorgd door de koninginnen die de eitjes leggen. Per nest zijn er tot wel 400 koninginnen. Nadat de eitjes uitgekomen zijn, worden de larven verzorgd door werksters. Deze zorgen ook voor de voedselvoorziening. De mannetjes zorgen voor de verdediging en uitbouw van de nesten. De koninginnen zijn bruingeel van kleur met een donkergekleurde kop. Ze zijn tussen de 3,5 en 5 millimeter groot. De werkster is bruingeel gekleurd en heeft een iets donkerder achterlijf en tussen de 2 en 2,5 millimeter groot. De mannetjes faraomieren zijn 2 tot 3 millimeter lang en zwartbruin tot zwart van kleur. Ze hebben bleekgele poten en zijn gevleugeld.
Faraomieren zijn alleseters, maar ze hebben een voorkeur voor vleeswaren. Zij eten ook dode insecten en komen soms ook op open wonden van mensen af. Hun voorkeur gaat uit naar temperaturen van rond de dertig graden. Daarom bouwen de mieren hun nesten voornamelijk bij warmtebronnen. Net als andere dieren, brengt ook de faraomier bacteriën over waardoor mensen ziek kunnen worden. Om dit te voorkomen, is het belangrijk dat levensmiddelen bewaard worden in goed afgesloten bussen, trommels of flessen. De omgeving wordt minder interessant voor de faraomier als er geen voedsel aanwezig is. Het is minder waarschijnlijk dat het diertje zich dan in de buurt vestigt of in de buurt blijft.
Kakkerlakken
Kakkerlakken
Wanneer u in een warm land op vakantie bent, zult u ongetwijfeld met kakkerlakken in aanraking komen. Maar ook in ons land komen kakkerlakken voor. Een aantal daarvan is onbewust in de koffers van de vakantiegangers meegereisd naar Nederland. De zogenaamde Duitse kakkerlak is de soort die hier het meest voorkomt.
Kakkerlakken zijn lichtschuwe insecten. Zij leven in warme, vochtige omgevingen waar voldoende voedsel aanwezig is. Vooral keukens zijn aantrekkelijke plaatsen voor de beestjes. Dit geldt echter ook voor ziekenhuizen, bejaardentehuizen, restaurants, bakkerijen, overdekte zwembaden en dierentuinen. Wanneer ze eenmaal binnen zijn, verspreiden ze zich gemakkelijk door het gehele gebouw: een leidingdoorgang of een gat in de voeg van een muur biedt ze voldoende opties.
De kakkerlakken komen tevoorschijn als het donker is. Zij gaan dan op zoek naar voedsel. Schade die veroorzaakt wordt doordat de kakkerlakken het voedsel eten, is niet erg groot. Daarentegen veroorzaken de uitwerpselen wel voedselverontreiniging. De ontlasting verspreidt vele bacteriën en dus ook ziekten. Doordat de beestjes zich niet of nauwelijks laten zien als het licht is, worden zij vaak pas opgemerkt als zij in grote aantallen aanwezig zijn.
Om kakkerlakken te weren, is een goede hygiëne belangrijk. Op deze wijze wordt voedsel ontnomen voor kakkerlakken. Daarnaast is het belangrijk naden en kieren af te dichten en levensmiddelen in koele magazijn te bewaren.
Huisstofmijt
Huisstofmijt
De huisstofmijt komt in Nederland in het algemeen voor in woningen, bedrijfspanden etc. Tot ongeveer 1900 werd de huisstofmijt alleen aangetroffen in gelooide huiden. Sinds de jaren zestig wordt het beestje ook veelvuldig gesignaleerd in huisstof, matrassen en banken en stoelen die met stof bekleed zijn.
Schilfertjes van de menselijke voeden de huisstofmijt. Een temperatuur van ongeveer 25 graden is ideaal voor hem. De uitvinding van de centrale verwarming en isolatie van woningen werkt dus in zijn voordeel. Bij een luchtvochtigheid van 50-75 % kan de mijt het best vertoeven. Normaal gesproken komt de huisstofmijt in aanvaardbare aantallen voor in een woning, maar kan onder andere door de bovenstaande factoren zeer grote vormen aannemen.
De laatste jaren wordt duidelijk dat huisstofmijt een groot deel van de toename van allergische reacties bij mensen veroorzaakt. Dit geldt bijvoorbeeld voor allergieën zoals astma. Circa 10 % van de bevolking is overgevoelig voor de huisstofmijt. Personen die er allergisch voor zijn, kunnen eczeem oplopen. Met name de uitwerpselen en vervellingshuidjes van de huisstofmijt zijn de boosdoeners van de klachten.
Wering
Om de huisstofmijt te kunnen weren, is het belangrijk dat de luchtvochtigheid onder de 50 % blijft. In dit geval wordt het voor het beestje lastig om te overleven. Om de luchtvochtigheid te verlagen, is het bijvoorbeeld belangrijk dat de wasdroger een afvoer naar buiten heeft. De voorkeur gaat uit naar meubilering en stoffering die zo min mogelijk stoffig is. Het huis moet regelmatig geventileerd worden en organische materialen in matrassen, isolatieruimten en vloerbedekking moeten zoveel mogelijk beperkt worden.
Met behulp van een test die bij de apotheek verkrijgbaar is, kunt u achterhalen of er huisstofmijt aanwezig is en waar de grootste concentratie zich bevindt. Daarnaast geeft de test aan of wering en/of bestrijding noodzakelijk is.
Eikenprocessierups (geen bestrijding)
Eikenprocessierups
De eikenprocessierups is een vlinder uit de familie van de tandvlinders en onderfamilie van de processievlinders. De eikenprocessierups komt voor in delen van Europa en Azië. Het leefgebied bestaat uit streken waar eikenbomen groeien. De rups is behaard en een deel van de beharing bestaat uit zogenoemde brandharen. Deze worden gebruikt ter verdediging tegen vijanden zoals insectenetende zoogdieren. Als de rups wordt gestoord worden deze kleine brandhaartjes afgegeven aan de lucht. Deze kunnen hevig irriterende ontstekingsreacties aan huid en slijmvliezen veroorzaken. Als de haren worden ingeademd kan dit in extreme gevallen zelfs levensbedreigend zijn. De eikenprocessierups wordt daarom als een plaaginsect beschouwd.
Klachten
De vaakst voorkomende symptomen zijn irritatie van de huid, ogen en luchtwegen. Klachten worden steeds heviger bij elk nieuw contact.
Aandachtspunten bij klachten:
- Niet krabben of wrijven.
- Probeer de brandharen van de huid te verwijderen met plakband of kledingroller. Brandharen zijn niet met het blote oog te zien.
- Spoel de huid en/of ogen goed met lauw water.
- Doe kleding waarin de brandharen zitten uit. Was de gedragen kleding op minstens 60° C.
- Bestrijd de jeuk met verzachtende crème op basis van Aloë Vera, Calendula, menthol of Eucalyptus.
Meestal verdwijnen klachten binnen enkele weken. Een zachte crème met bijvoorbeeld menthol of een gel van Aloë Vera kan verlichting geven. Neem bij ernstige klachten contact op met uw huisarts. Rechtstreeks contact met de rups is niet nodig om klachten te krijgen. Brandharen kunnen ook door de wind worden meegevoerd waardoor ze op de huid of in de kleding terecht komen. De brandharen dringen met hun weerhaakjes bij aanraking gemakkelijk in de huid, ogen en luchtwegen. Ze kunnen ook door kleding heen gaan.
Maatregelen
De overlast van de eikenprocessierups is de afgelopen jaren flink gestegen. Tienduizenden mensen meldden zich met irritaties aan de huid, ogen en longen bij de huisarts of in het ziekenhuis.
Naast het uitvoeren van preventieve bespuitingen wordt ook groots geïnvesteerd in biodiversiteit. Duizenden bloemenbollen zijn aangeplant, wilde bloemenmengsels zijn ingezaaid en veel nestkastjes voor mezen zijn opgehangen in eikenbomen. Het probleem is niet op korte termijn opgelost, het is een proces van jaren om een gezonde populatie natuurlijke vijanden te creëren.
Bestrijding
ZUNGO helpt niet bij het bestrijden en verwijderen van eikenprocessierups plagen. U kunt op internet bedrijven vinden die de eikenprocessierups bestrijden. ZUNGO kan u wel hulp bieden bij vragen over andere plaagdieren. U kunt het contactformulier invullen of telefonisch contact opnemen. Voor veelgestelde vragen kunt u terecht op de website van Kenniscentrum Processierups.
De gewone oorworm
De gewone oorworm
In de zomer en vooral bij aanhoudend droog weer, kunt u de oorworm wel eens aantreffen in uw woning. Dit gebeurt voornamelijk als er een composthoop of openhaardhout tegen het huis ligt of als er veel bloembedden zijn. Als het dakwerk van een buitenhuis of bungalow uit hout bestaat dat slecht onderhouden is, kan het voorkomen dat de oorworm via het dak in de woning geraakt. Binnen zullen ze echter geen schade aanrichten en zullen ze spoedig sterven van honger en uitdroging. In de tuinbouw kunnen oorwormen schadelijk zijn door het aanvreten van aardbeien en andere soorten zacht fruit.
Leefwijze
Oorwormen zijn kastanjebruin en hebben een slank afgeplat lichaam met een tangvormig aanhangsel aan het achterlijf. De tang dient voor het beetpakken van kleine insecten zoals bladluizen. De oorwormen zijn ongeveer 1 tot 2 cm lang en met name in de nacht actief. Overdag schuilen ze onder stenen, bloembakken en andere plaatsen waar vochtig en rottend materiaal aanwezig is.
De beestjes zijn voornamelijk aaseters en rovers. Ze voeden zich met dood plantenmateriaal, kleinere insecten, larven en slakken. In het najaar vindt de paring plaats waarna het vrouwtje een nest graaft om te overwinteren. In het voorjaar legt ze haar eitjes en bewaakt deze nauwkeurig. Zij reguleert de vochtigheidsgraad van de eitjes door ze te likken en regelmatig om te keren. Zonder deze verzorging zou het legsel uitdrogen of beschimmelen. Na de broedzorg sterft het verzwakte vrouwtje en dient ze als voedsel voor haar eigen broed.
Wering en bestrijding
Een chemische bestrijding tegen de oorworm is ten zeerste af te raden. U belast hier namelijk het milieu onnodig mee. Daarbij zal het effect van de bestrijdingsactie minimaal zijn, omdat de leefomgeving van de oorwormen intact blijft. Bovendien bestrijdt u hiermee ook de natuurlijke vijanden van de oorwormen, waardoor de bestrijdingsactie meestal averechts werkt.
Mocht u toch overlast ondervinden van de oorworm, dan kunt u het beste al het rottend materiaal opruimen en eventuele schuilplaatsen verwijderen. Dit zijn bijvoorbeeld platte stenen, planken en afval. In uw woning kunt u de oorwormen vangen door ’s avonds een vochtige dweil of krant in de hoeken te plaatsen. De ochtend erna kunt u de dweil of krant leeggooien achter in uw tuin.
Broodkever
Broodkever
Broodkevers zijn bruine tot roodbruine insecten van 2 tot 4 millimeter groot. Ze zijn te herkennen aan het halsschild dat de kop als een soort monnikskap bedekt. Ook zijn ze herkenbaar vanwege de dekschilden die fijne lengtestrepen vertonen. Ze zien er in eerste instantie uit als houtwormkevers, dat komt doordat ze tot dezelfde familie behoren.
De vrouwelijke broodkever legt ca 60 eitjes per keer. Na 28 dagen komen de larven uit de eitjes. Deze larven gaan zich verpoppen in een cocon dat gemaakt is van voedseldeeltjes en speeksel. De ontwikkelingsduur van een ei tot een kever bedraagt 7 maanden bij 18 graden. Hoe hoger de temperatuur is, hoe sneller de ontwikkeling zal gaan. Bij 30 graden is de ontwikkelingsduur nog maar een maand. De larven gaan op zoek naar ander voedsel en tasten dan harde, droge zetmeel houdende producten aan. Voorbeelden van deze producten zijn macaroni, bouillonblokjes en honden- en kattenbrokjes.
Als broodkevers droge voedingsproducten aantasten, kan dit herkend worden aan de ronde gaatjes in de producten. Dit zijn de uitvliegopeningen van de volwassen kevers. Bij meelachtige producten is er sprake van cocons die zich tegen de wanden en op de bodem van het verpakkingsmateriaal bevinden. Ze boren zich door onder andere plastic en papier om uit te kunnen vliegen. Het is raadzaam om alle kasten te controleren. Vergeet hierbij de kunstzinnige deegwaren die aan de muur hangen niet, want ook deze worden nogal eens aangetast. Het advies is om aangetaste producten te vernietigen en de nieuwe producten in een goed afsluitbare verpakking te doen.
Wilt u weten hoe wij broodkevers bestrijden? Klik op de button hieronder om contact met ons op te nemen en je zult erachter komen dat wij ze op een diervriendelijke manier verjagen.
Bloedluis / Vogelmijt
Bloedluis / Vogelmijt
De bloedluis, die ook vogelmijt of kippenbloedmijt genoemd wordt, maakt gebruik van de nesten van wilde of tamme vogels. Het beestje leeft van het bloed van de vogels en is een parasiet. Wanneer bloedluizen mensen bijten, uit zich dat door ernstige jeuk. Bij kippen veroorzaken zij verzwakking, verminderde eiproductie en zelfs sterfte als ze in groten getale aanwezig zijn. Ook kunnen zij ziekten overbrengen bij kippen.
Bloedluizen kunnen tot ongeveer 1 mm groot worden, zijn ovaal van vorm en zijn kleurloos tot rood. De kleur is afhankelijk van de hoeveelheid opgenomen bloed. Vaak is er een zwarte vlek, het bloed, zichtbaar in een kleurloos lichaam.
Per dag zet het bloedluizenwijfje 3 tot 7 eitjes af in naden en kieren. Deze eitjes komen na maximaal 2 dagen uit en binnen 10 dagen is het volwassen stadium bereikt. De levensduur is ongeveer 8 weken. De mijten verspreiden zich via de vogels, maar kunnen zich ook in (verlaten) vogelnesten ophouden. Uiteindelijk zullen ze een andere bloeddonor opzoeken.
Om de bloedluis te voorkomen, is het van belang om het nestelen van vogels onder dakpannen en dergelijke te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld door gaas te spannen. Als de nesten onder de pannen zitten, dan is het een klein kunstje voor de bloedluis om uw huis binnen te komen, waar ze op zoek gaan naar een nieuwe donor. Daarnaast geldt dat hygiëne het voor bloedluizen aanmerkelijk moeilijker maakt om te gedijen en zich te verspreiden. Dit geldt ook voor vogelkooien.
Bedwants / Wandluis
Bedwants / Wandluis
De bedwants was vroeger bekend als wandluis. Deze naam is echter misleidend, want de bedwants behoort tot de orde der wantsen. Wantsen vormen een onderorde van insecten die deel uitmaakt van de overkoepelende orde der Hemiptera. Halfvleugeligen of snavelinsecten (Hemiptera) vormen een orde van insecten waarvan de soorten over de gehele wereld voorkomen. Tot de snavelinsecten behoren alle wantsen, bladluizen en cicaden. Er zijn ongeveer 80.000 soorten die in grootte verschillen van enkele millimeters tot ongeveer 15 cm.
Bedwantsen zijn erg lichtschuw, waardoor zij in het algemeen ‘s-nachts op zoek gaan naar hun bloedmaaltijden. Zij voeden zich met het bloed van mensen en van zoogdieren. De beet van een bedwants is onmiddellijk merkbaar. De beet zwelt op en het slachtoffer heft last van hevige jeuk. Personen die overgevoelig zijn voor de beten van een bedwants, kunnen zelfs ziek worden van de beet als zij vaak gestoken zijn.
Na hun bloedmaaltijden trekken de bedwantsen zich weer terug in hun schuilplaatsen. Hier komt ook de naam bedwants vandaan: zij verstoppen zich namelijk bij voorkeur in de naden en kieren van bedden. Bij metalen ledikanten schuilen ze in de holle delen, maar ze verstoppen zich ook in zomen van beddengoed, in de ombouw van opklapbedden, maar ook achter plinten en schilderijen.
Het is mogelijk de schuilplaats te vinden. Hier zijn namelijk volwassen Bedwantsen, nimfen, vervellinghuidjes, eitjes en uitwerpselen aanwezig. Bij het zoeken kan een zaklantaarn, een vergrootglas en een pincet of schroevendraaien praktisch zijn.
Het vrouwtje legt gemiddeld 100 à 200 witgele eitjes (2 tot 12 stuks per dag). Bij 25 graden, de optimale temperatuur kunnen dit er wel 500 zijn. De ontwikkeling van ei tot volwassen insect duurt 2 maanden. Bij gunstige omstandigheden kan dat 1 maand zijn. Het insect kan ongeveer 1 jaar oud worden.